Donderdag 25 januari ging de jaarlijkse poëzieweek van start met de gedichtendag. Daarom lees je hier het gedicht De Wolken van Han G. Hoekstra uit 1906.
In de eerste twee alinea’s gaat het over een jongetje met zijn moeder. De derde alinea behandelt de tijdspanne tussen jeugd en volwassenheid in. De laatste alinea ligt een jonge vader zelf met zijn kind naar wolken te kijken.
Geniet van het gedicht en van de poëzieweek.
Kijk je wel eens naar de wolken?
Doe het gerust een keer.
Dan zie je Olleke Bolleke
of een trein. Of een bond. Of een beer.
Kijk daar, dat lijken twee dwergen.
Daar een bootje, het vaart heel vlug.
En tussen die twee hoge bergen
loopt een man met een zak op zijn rug.
Wolken zijn altijd anders.
Soms zie je een dikke snoek.
Soms een paard. Of een troep salamanders.
En heel soms zie je dat jongetje
met een slip van z’n hemd uit zijn broek.
Uit Rijmpjes en Versjes uit de Nieuwe Doos -J.M. MeuIenhoff, Amsterdam, 1952.